De Burgemeester Beekmanlaan
De Burgemeester Beekmanlaan
Heeft stille huizen, hoge bomen
Gewoon een laan, hoe zou 't komen
Dat ik er altijd stil blijf staan
Die grijze huizen, rechte ramen
Ze zijn niet eens zo mooi, dat kan
Maar toch, maar toch, ik hou er van
Als van een lieve, ouwe dame
O nee, o nee, ik heb geen reden
Die deze gril van mij verklaart
Maar redenen zijn niet veel waard
En ik ben mateloos tevreeen
Met dit beperkt en klein terrein
Waar ik de eigenaardigheden
Van dit zo veel geprezen heden
Voor vijf minuten kwijt kan zijn
Wanneer ik denk aan deze laan
Dan zie ik in gedachten even
Een zorgeloos, denkbeeldig leven
Ik zie een man de tuin ingaan
Hij kent de bloemen bij hun namen
Hij bindt de roos nog even vast
Een vrouw legt linnen in de kast
De zon schijnt door de hoge ramen
Ze zijn gelukkig in m'n dromen
De kinderen springen door de straat
Totdat de dag ten einde gaat
Dan stijgt de maan boven de bomen
Alweer, alweer een dag voorbij
De nachtegaal fluit nog een wijsje
Een jongen denkt nog aan z'n meisje
Hij lacht, hij gaapt, dan slaapt ook hij
De Burgemeester Beekmanlaan
Is nu nog stil en half vergeten
Hoelang, hoelang nog, God mag weten
Voor ik de huizen leeg zie staan
Voor ik de ruiten in zie gooien
Gebroken glas, gevallen puin
Een platgetrapte achtertuin
Voor ik de bomen zal zien rooien
Ik zou, als iemand dan zou zeggen:
"Wat was daar dan zo prachtig aan?"
Mooi met m'n mond vol tanden staan
Omdat er niks valt uit te leggen
Maar als u zegt: "Stel je niet aan"
Doe ik m'n mond al niet meer open
M'n hart zal breken als ze'm slopen
De Burgemeester Beekmanlaan
terug naar de teksten
|
|